Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY7651

Datum uitspraak2006-08-31
Datum gepubliceerd2006-09-06
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers05/7225 MPWKLU
Statusgepubliceerd


Indicatie

Afwijzing aanvraag tot toekenning militair invaliditeitspensioen.


Uitspraak

05/7225 MPWKLU Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 9 november 2005, 04/3975 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Staatssecretaris van Defensie (hierna: Staatssecretaris) Datum uitspraak: 31 augustus 2006 I. PROCESVERLOOP Appellant heeft hoger beroep ingesteld. De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 augustus 2006. Appellant is verschenen. De Staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door P.J.H. Souren, werkzaam bij de Stichting Pensioenfonds ABP. II. OVERWEGINGEN Bij brief van 28 november 2002 heeft appellant de Staatssecretaris verzocht hem een militair invaliditeitspensioen toe te kennen in verband met een hem op 21 juli 1972 overkomen ongeval tijdens de uitoefening van de militaire dienst. Bij besluit van 4 april 2003 heeft de Staatssecretaris dit verzoek afgewezen en bij zijn bestreden besluit van 4 augustus 2004 heeft hij dit besluit na door appellant gemaakt bezwaar gehandhaafd. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De Raad kan zich geheel verenigen met de conclusie van de rechtbank en de (vrij) uitvoerige en duidelijke overwegingen die zij in de aangevallen uitspraak aan deze conclusie ten grondslag heeft gelegd. Appellant heeft in hoger beroep niets aangevoerd wat reden zou kunnen geven om afstand te nemen van die uitspraak. Gezien het vorenstaande slaagt het hoger beroep niet en komt de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig tot vergoeding van proceskosten met toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door C.G. Kasdorp als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en J.Th. Wolleswinkel als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.R.S. Bacon als griffier, uitgesproken in het openbaar op 31 augustus 2006. (get.) C.G. Kasdorp. (get.) M.R.S. Bacon.